Na de Vlaamse staatsvorming de Vlaamse staatshervorming (1)

De provincies worden in Vlaanderen meer en meer gestript van hun bestuurlijke bevoegdheden. Er is een grote druk om gemeenten te fusioneren. Ondertussen wordt er serieus nagedacht over het Vlaanderen na de Vlaamse onafhankelijkheid. Is dit een Vlaanderen met enkel een lokale en een centrale overheid? Ik kan mij daar niet tevreden mee stellen. Hier volgt deel één.

Inleiding

Het is een oud zeer binnen de Vlaamse beweging: een gebrek aan toekomstperspectief. Dit is ook een kritiek van de sociaal-flaminganten van VLinks:
"We zijn honderd jaar later, met één en dezelfde constante: het gaat nog altijd over strategie (cfr. de N-VA over het uitroken van de PS en het irriteren van de Walen, dixit Ben Weyts) in plaats van het te hebben over samenlevingsopbouw waar het streven naar maximale autonomie niet het eindpunt vormt. Het gaat om een nooit eindigende werktaak: het in de praktijk brengen van solidariteit, rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en maximale democratie. Geen soevereiniteit zonder deze sokkel."
Ik begrijp die kritiek volkomen. De Vlaamse beweging is zo obsessief bezig met de onafhankelijkheid dat ze al de rest vergeet. Een Warande-manifest, "De ordelijke opdeling" en straks het "Grendelboek" later en nog is het draagvlak voor Vlaamse onafhankelijkheid niet groter geworden. Strategie boven toekomstperspectief, niet moeilijk!

Een uitgelezen casus is de afslanking van de provincies. Hoe ziet de staatsstructuur van het onafhankelijk Vlaanderen eruit? De Vlaamse beweging heeft er niet over nagedacht.

Afschaffing van de provincies

Het is dubbel zo pijnlijk dat belgicistisch Groen wel een toekomstperspectief heeft. De provincies worden afgebouwd door N-VA maar niets komt in de plaats. De Vlaamse overheid dient dan aan micromanagement te doen, tot irritatie van velen. Gemeentebesturen kunnen tot frustratie geen zaken aanpakken die hun gemeentegrenzen overstijgen. Nog meer fusioneren (zoals deze Vives studie) leidt enkel tot nog een grotere afstand tussen burger en gemeentebestuur en verlies van identiteit. Efficiëntie über alles heet dat dan. De Vlaamse regering heeft zero imagination.

Zo zal de afgeslankte provincies enkel grondgebonden bevoegdheden meer hebben. De persoonsgebonden worden overgeheveld. Als ik dan de lijst bekijk van Groen-oppositielid Bart Caron voor West-Vlaanderen, dan lijkt dit gedaan op basis van vogelpik. Er is geen touw aan vast te knopen waarom het ene (de Erfgoedbibliotheek Westflandrica) overgeheveld wordt naar Kortijk en het andere (het te bouwen erfgoeddepot Potyze) bij de provincie blijft en niet naar Ieper gaat.

Ook stelt Caron terecht dat veel van die gemeenten hun nieuwe bevoegdheden zullen gebruiken om met andere gemeenten samen te werken. Niemand kan daar tegen zijn maar "samenwerking" is tegenwoordig via schimmige intercommunales. Dit is een bestuursniveau dat te weinig wordt gecontroleerd. Zo zijn er verschillende intercommunales voor verschillende bevoegdheden, gaande van politiezones tot afvalverwerking. Transparantie is nul, politieke verantwoording is nog minder.

Beide zaken kunnen tegelijkertijd getackeld worden. Ingrid Pira en Bart Caron stellen stads- en streekgewesten voor om de provincies en de intercommunales te vervangen:
"Het regionale niveau is voor Groen! het meest natuurlijke en het meest geëigende bestuursniveau om een vernieuwend en daadkrachtig beleid te voeren en bovenlokale diensten aan te bieden. De schaal van de provincie is dikwijls te groot en de provincie ligt voor veel mensen te ver weg. Het niveau van een stad- of streekgewest is de ideale schaal om de transitie naar een duurzame economie en samenleving te realiseren."
Er zijn wat mankementen aan dit voorstel (later meer) maar in essentie is het een goed idee. Spijtig genoeg lijkt dit eerder een ballon want concrete invulling ontbreekt. Deze discussie verdraagt geen steekvlampolitiek. Vlaams-nationalisten mogen ook een idee geven hoe het onafhankelijk Vlaanderen eruit gaat zien.

Geen hervorming zonder fundamenten

Wie wilt morrelen aan de staatsstructuur, dient te steunen op een stevige basis. Die basis is niet alleen draagvlak maar ook identiteit.

Linkse hervormers hebben staatsstructuren altijd hervormd vanuit de perspectief van een ingenieur of architect. Ze gingen naar de tekentafel en startten met een schone lei. Nieuwe structuren werden hertekend op basis van de rede met rationele argumenten zoals efficiëntie. De nieuwe structuren worden dan vanuit een centrale overheid opgelegd vanuit een paternalistische redenatie.

Dit gebeurde ook in Vlaanderen met de gemeentefusies van de jaren '60 tot '70. Tot vandaag roepen die fusie nog altijd weerstand op. In sommige (meestal rurale streken) wordt er nog steeds gedaan alsof die fusie nooit is gebeurd. Men stelt het gehucht of voormalige gemeente nog steeds voor als diens heimat. Links kijkt neer op zulk "bekrompen" of "provincialistisch" denken.

Als de provincies worden afgeschaft (of toch enkel bestuurlijk, niet geografisch) en men nieuwe stads- en streekgewesten wilt invoeren, dient dit zo minimaal mogelijk niet opgelegd worden vanuit de centrale overheid. Het dient vanonder komen.

Ik hoop dat Ingrid Pira en Bart Caron één van de pilaren van het ecologisme herinneren: basisdemocratie. Dit denken past binnen een brede rechts-conservatieve beweging van ecologisten, traditionalisten, communitaristen, volksnationalisme en christendemocraten. Uitgangspunt is het lokalisme, de focus van het lokale leven als beste niveau van besluitvorming volgens de principes van subsidiariteit en identiteit.

Dit lokalisme moet wel upgedatet worden met de sociologische realiteit. Deze is simpel: onze samenleving bestaat uit rurale en urbane streken. Rurale en urbane streken zijn in conflict: de urbane streken zijn door de demografische realiteit alsmaar aan het uitbreiden ten koste van de rurale streken (urbanisme) en de rurale streken drukken door hun demografisch overwicht op natie-niveau hun beleid door, tegen de zin van de steden (agrarisme). Dit leidt tot wederzijdse frustraties. Een nieuwe staatsstructuur dient zulke conflicten te pacificeren door beide bestuurlijke instrumenten te geven hun gewenst beleid uit te voeren.

Het probleem van dit lokalisme en basisdemocratie is al te veel voluntarisme. Het is dit voluntarisme dat voor de wildgroei aan intercommunales zorgde. Bart Caron erkende dit ("verrommeling") en beseft waarschijnlijk waarom dit komt: politiek opportunisme. Hoe meer structuren, hoe meer zitpenningen politici krijgen. Lokalisme mag geen dekmantel zijn voor verspilling en zelfbediening. De centrale overheid dient te waken dat het algemeen belang niet in gedrang komt.

Conclusie

Vlaams-nationalisten zijn vaak bezig met het bereiken van de onafhankelijkheid en de strategie daartoe te komen en minder wat er daarna volgt. Nochtans is een positief toekomstbeeld essentieel om draagvlak te creëren. Ik wil dit doen met één heel concrete casus: de staatsstructuur.

De provincies worden afgeschaft. Dit is uit efficiëntieredenen maar dit neemt niet weg dat een tussenniveau noodzakelijk is voor goed beleid. Groen stelde het concept van stads- en streekgewesten voor. Een goed idee dat zeer rechts-conservatief is in oogpunt.

Groen heeft stads- en streekgewesten heel voluntaristisch opgevat, laat de gemeenten zelf kiezen. Als conservatief is mijn levensmotto: "Don't fix what isn't broken." Er bestaan al verscheidene intergemeentelijke structuren die perfect als basis kunnen dienen voor de stads- en streekgewesten. Maar dit is voer voor de volgende blog.

Reacties