De Europese identiteit: de Romantiek

Het Vlaams Belang organiseerde rond identiteit een colloquium. Een van de gastsprekers, Timon Dias, legde uit wat de Europese identiteit is (in de video vanaf 1:45:15).  Deze is gebaseerd op drie stromingen: het christendom (duh), de Verlichting (duh) en ... de Romantiek (huh?!). Ik ben dan maar wat gaan opzoeken wat de Romantiek is. Wat ik vond deed mijn ogen openen.

Romantiek

La Liberté guidant le peuple - Eugène Delacroix
Vooreerst ga ik de Romantiek inleiden. De Romantiek is voornamelijk bekend als een kunststroming. Een van de bekendste schilders was Eugène Delacroix, bekend van "La Liberté guidant le peupe". Dit schilderij werd gemaakt tijdens de Julirevolutie van 1830 in Frankrijk. Deze revolutie heeft op zijn beurt de Belgische revolutie getriggerd.

Dit is geen kunstblog (ik weet zelfs niet of dit een romantisch schilderij is), dus ik zal terug naar de politiek gaan. De Romantiek was ook een ideologische stroming. Deze was voornamelijk contra-Verlichting. Bijna alles wat de Verlichting voor stond, ontketende een tegenreactie van de romanticus.

De Verlichting staat voor het rationele en het objectieve, de Romantiek het emotionele en het subjectieve. De Verlichting staat voor de analyse, het reductionisme en het mechanische, de Romantiek voor de synthese, het holisme en het organische. De Verlichting wilt de natuur begrijpen om deze te overwinnen, de Romantiek begrijpen om in harmonie te leven. De Verlichting belichaamt het materialistische nutsdenken, de Romantiek de spirituele zingeving. De Verlichting drijft op de vooruitgangsgedachte, de Romantiek is behoudsgezind en nostalgisch.  De Verlichting stelt het tijdloze voor, de Romantiek de historische onvermijdelijkheid en de Zeitgeist. De Verlichting streeft naar gelijkheid en de verdamping van de verschillen, de Romantiek naar het onderscheiden en vooropstellen van het eigene.

De Romantiek is evenzeer onderdeel van de Europese identiteit maar subtieler en vaak zonder erkenning. Elk van die romantische idealen vind je terug in het dagelijkse leven, op de meest bizarre manieren.

Emo-journalistiek, zelfcensuur en ongelijkheidsfetisj

De Romantiek staat voor het emotionele, het subjectieve. Een duidelijk voorbeeld van de dominantie van het emo-denken is de huidige journalistiek. Het gaat niet zo zeer om de feiten objectief weer te geven, maar deze onmiddellijk subjectief te "duiden". Bjorn Soenens noemde dit constructieve journalistiek (Prof. Frank Thevissen weidde hierover uit in een driedelige reeks op Doorbraak). Is er ergens een ramp, dan zijn de persgieren er snel om luid orkestrerend de gruwel en de horror te uiten. Met veel bravoure interviewen ze omstaanders met nietszeggende getuigenissen, om tot de conclusie te komen dat er iets vreselijks is gebeurd. Sensatie, suspense en heel veel fake droevige gezichten zijn de enige dingen die nog tellen.

De opiniestukken van docent mediarecht Leo Neels liegen er niet om: "Journalisten te emotioneel over vrijlating Michèle Martin" en "Foto's dode kinderen zware journalistieke fout". Zelfs studenten journalistiek laten van zich horen (ja er zijn nog meer mondige studenten!) en geven hun toekomstige collega's een lesje in deontologie.

De journalisten zijn onbewust volledig in de ban van de Romantiek.  Zij willen authenticiteit, het diepe emotionele. Daardoor verwerpen zij de Verlichting en de rationele, objectieve thans oubollige journalistiek van weleer. Die zijn berichtgeving was misschien wel saai en nog niet eens half zo blits, de kwaliteit was tien keer beter. Zij konden zich makkelijk onderscheiden van de amateurs. De huidige journalist is een overbetaalde blogger.

Een tweede voorbeeld van het emo-denken is Charlie Hebdo. Ik heb dan niet zozeer over de emo-journalistiek, de #JeSuisCharlie en de manifestaties. Nee, ik ga het hebben over de kern van de zaak: vrije meningsuiting. Opiniërend links verbloemde het niet, het is niet absoluut. Voor sommige dan weer wel. Een opinie blijft bij mij, van een Nederlandse nog wel. Antropologe Anette Jansen maakte een straffe uitspraak: zelfcensuur is de basis van de beschaving. Zelfcensuur is een vorm van opvoeding, van socialisatie t.o.v. de vele andersdenkenden, zo luid haar redenering. Ze vervolgt dat door het internet grenzen weggevaagd zijn en acties in het Westen gevolgen hebben in het Midden-Oosten.

Ik noem haar redenering de tirannie van de lange tenen, want elke mening zal wel iemand schofferen en die iemand kan dat met geweld duidelijk te maken. De zelfcensuur betekent dan ook een totale onthouding van meningen uit angst. Dat de autochtone Nederlander sensu stricto tolerant moet zijn voor wat er gebeurt is quatsch.

Het bizarre is dat de linkse opinie op dezelfde lijn zit met paus Fransciscus. Dat vooropstellen van de emoties van mensen is Romantiek pur sang, en tegen de Verlichting. Voor een katholieke paus niets nieuws, maar voor links, product van de Verlichting, ronduit vreemd. Het kan verkeren zei Bredero.

Men kan het nog bruiner bakken. Men kan zelfs pleiten voor een emo-politiek. Een professor aan een prestigieuze universiteit zou daarvoor toch niet pleiten? Jawel, Paul De Grauwe, bekend als een econoom van linkse signatuur, pleit onomwonden om beleid af te stemmen op de gevoelens van ongelijkheid en onrechtvaardigheid van de massa:
Hoe zorgt dat dan voor spanning tussen het individuele en het collectieve belang?
De Grauwe: "Een markteconomie beloont prestaties enkel op basis van het systeem van vraag en aanbod. Rechtvaardigheid speelt daar geen enkele rol in. Rationeel gezien begrijpen mensen dat, maar toch stuit de uitkomst hen soms tegen de borst. De collectieve uitkomst van het marktsysteem botst met hun rechtsvaardigheidsgevoel en dus hun individueel geluk. Dat zorgt ervoor dat mensen revolteren als ze geconfronteerd worden met teveel ongelijkheid. Als het te gortig wordt, komen ze zelfs op straat om tegen het doorgeslagen marktsysteem te protesteren. Bovendien zijn de aanhangers van het sociaal darwinisme nogal naïef als ze denken dat de echte verliezers van het systeem mep na mep zullen incasseren zonder in opstand te komen. Zo'n onrust is funest voor het vrijemarktsysteem dat voor alles stabiliteit nodig heeft."
Laten we even zijn verkeerd woordgebruik van sociaal darwinisme (noot: de leer dat stelt dat rassen in onderlinge strijd zijn en dat natuurlijke selectie (al dan niet geholpen door de mens) één ras bevoordeligt en de andere doet uitsterven) ter zijde schuiven. De Grauwe stelt dat mensen niet rationeel denken (exact wat romantici dachten) en dus dat men rekening moet houden met hun subjectieve gevoelens. Je kan daarmee akkoord of niet akkoord zijn. Hij is wel selectief en inconsistent, want op het einde van het interview stelt hij:
Maar die perceptie is toch aantoonbaar fout. Uit een recent Europees onderzoek van onderzoeksbureau Ipsos blijkt dat de gemiddelde Belg denkt dat 31 procent (in plaats van 8 procent) van de beroepsactieven werkloos is. Op dezelfde manier denkt de modale Belg dat 29 procent van zijn landgenoten moslim is. In realiteit is dat amper 6 procent.
De Grauwe: "Natuurlijk is die perceptie vaak fout. Mijn punt is dan ook dat het heel belangrijk is om die waanbeelden te doorbreken. Lukt dat niet, dan zal het draagvlak voor onze sociale zekerheid nog dalen. Als mensen het systeem niet als rechtvaardig zien, komt het in gevaar. Ik denk dat daar een heel belangrijke taak voor sectoren als Samenlevingsopbouw ligt. Jullie moeten aan een groot publiek uitleggen hoe het leven van de mensen die jullie dagelijks in jullie projecten zien, er echt uitziet. En ja, ik weet dat dat zeker in deze tijd geen gemakkelijke opdracht is."
Een fout "waanbeeld" van werklozen moet doorbroken worden, maar een fout waanbeeld van ongelijkheid moet bevestigd worden. Daar schuilen vele gevaren in. Welke percepties/gevoelens zijn ok en welke niet? Wie moet daarover beslissen? Op basis van welke criteria? Zulk discours leidt altijd tot willekeur en demagogie. Een ochlocratie is niet ver weg. Het is niet toevallig dat links een voorstander is, zolang het hun stokpaardjes (ongelijkheid, rechtvaardigheid) is en niet dat van rechts (verantwoordelijkheid, veiligheid).

De echte romantici verwerpen het blind navolgen van de massa zoals De Grauwe voorstelt. Zij zijn burgerlijker, het volk is dom en oppervlakkig. Zij aanbieden het genie en de held, de verheven emotie i.p.v. de heersende emotie. Dit is in contrast met de Verlichting, de verlichtingsdenkers wilden het volk kneden, hedendaags in newspeak "emanciperen" en "verrijken". Zij verwierpen wel de emoties als bron van kennis en plaatsten de rede centraal. De discussie van ongelijkheid ligt midden tussen die twee uitersten. Hoe Pikkety wordt aanbeden als genie en held doet aan de Romantiek denken. Het heropvoeden van de massa tegen de rijken is dan typisch de Verlichting. Dit is één voorbeeld van de bipolariteit dat heerst bij links.

Synthese en holisme

De Romantiek staat voor de synthese en holisme, het bij elkaar brengen van kennis en de relaties onderling bestuderen. De wetenschap van de 19de eeuw is gedomineerd door het analytisch en reductionistisch denken. Dit onderzoek was nodig, maar in de 20ste en 21ste eeuw zag de wetenschap dat men aan de limieten stond van de reductie. Er gebeurde toen een shift van analyse en reductionisme naar synthese en holisme. Huidig wetenschappelijk denken kent een aantal buzzwoorden: systeemdenken, interdisciplinair & integratie, multidisciplinair, interdependentie & netwerk en synergie.

Systeemdenken is, zoals het woord zegt, denken in systemen. Systeemdenken is een vorm van holisme, de relaties tussen delen staan voorop eerder dan de individuele delen. Systeemdenkers proberen de maatschappij, het leven, ... in een systeem te gieten. Problemen worden dan als systeemproblemen bekeken eerder dan één specifieke oorzaak. Systemen hebben input/output en fluksen van energie of materie. Systemen kunnen oscilleren of cyclisch zijn. Door moderne computers kan men simulaties doen door bepaalde condities te veranderen en dan te bekijken wat de effecten zijn.

Interdisciplinair zijn houdt in dar men breder kijkt dan zijn/haar vakgebied, men gaat tussen twee disciplines staan. Men integreert, incorporeert elementen van een vakgebied in een andere en creëert men een tussenpositie.Interdisciplinaire studies leidde tot een wildgroei van vakgebieden. Alles kon wel op één of andere manier gecombineerd worden, tot in het absurde (bv. biogeochemie).

Multidisciplinair denken is iets anders dan interdisciplinair denken. Bij interdisciplinair worden de twee disciplines gefusioneerd, bij multidisciplinair zijn disciplines elkaar aanvullend. Multidisciplinaire teams bestaan uit experten van verschillende vakgebieden die vanuit hun kennis naar eenzelfde onderwerp kijken. Een voorbeeld zijn medische teams, zij begeleiden hun patiënten voor de operatie, tijdens de operatie, tijdens de revalidatie en in de nazorg. Buiten dokters zijn er ook nog verpleegkundigen, psychologen, kinesisten en sociaal assistenten aanwezig in het team.

Interdependentie is het onderling afhankelijk zijn van dingen. Grafisch kan dit worden weergegeven in een netwerk. Door te erkennen dat iets niet op zichzelf staat maar onderdeel van iets groters, kan men verbanden ontdekken die men ervoor niet zag. Tegenwoordig worden netwerken door de computer gemaakt. Dit netwerkdenken heeft de repercussie dat wanneer één schakel wegvalt, heel de boel kan ineenstorten.

Ten laatste is er nog synergie. Synergie is dat het geheel meer is dan de som van zijn producten (bv. chemische verbindingen en multicellulaire organismen). De producten interageren zo met elkaar dat ze samen zoveel meer kunnen doen.

De twee ultieme en politiek significante wetenschappen die al deze trends volgen zijn de milieuwetenschappen en de ecologie.

Groenen

Het ontstaan van de ecologie en het ontdekken van de milieuproblematiek combineerde met de mei-'68 beweging tot de milieubewegingen zoals Greenpeace. Groene partijen schoten omhoog als paddenstoelen (in Vlaanderen Agalev) of partijen incorporeerden groene standpunten in hun partijprogramma (zoals de Volksunie).

De groene beweging was eigenlijk één grote retro-ideologie van de Romantiek. Net als de romantici verheerlijkt de groene de natuur. Het naturalisme (de samenleving is onderdeel van de natuur en moet zich schikken naar de wetten van de natuur, ook een normatief ethisch positie dat stelt wat natuurlijk is goed is) en het ecocentrisme (het ecosysteem staat centraal, krijgt een intrinsieke waarde gelijk aan dat van de mens) zijn de rechtstreeks kinderen van het romantisch ideaal van harmonie met de natuur.

Nog een kenmerk van de groene beweging is het verwerpen van de vooruitgangsgedachte. Terwijl liberalen een euforisch optimisme hebben om de problemen van vandaag op te lossen door technologische innovatie, zijn de groenen sceptischer. Zij stellen zelfs de eindeloze groei in vragen (kijk naar het boek uit 1972 van de Club van Rome).

Het tegenovergestelde ideaal van de Romantiek, het behoudsgezinde en nostalgische, komt eveneens tot uiting. Niet in politieke zin zoals het conservatisme, maar wel de conservatienisten die de natuur willen behouden of zelfs herstellen naar vroegere condities. Onder groenen komt deze visie ter discussie onder de noemer "nieuwe ecosystemen". Een Trojaans paard voor de ene, een inconvenient truth voor de andere.

Natuurlijk is het ecologisme eveneens het kind van de Verlichting. Het socialisme heeft het ecologisme diepgaand beïnvloedt zodat het ecologisme per definitie links is. Het ecologisme is daardoor bipolair: het omarmt en verwerpt beide stromingen. Het ecologisme stapt mee in het gelijkheidscredo van de Verlichting. Twee andere politieke stromingen, het conservatisme en het nationalisme, staan lijnrecht hiertegenover.

Nationalisme en conservatisme

De Romantiek stelt het eigene, het onderscheiden en de historische onvermijdelijkheid voorop. Nationalisten en conservatieven doen dit ook.

Nationalisten benadrukken de eigen identiteit, de eigen cultuur van de natie. Daarmee onderscheidt men automatisch mensen: mensen die deze identiteit, cultuur niet hebben behoren niet tot de natie. Onterecht stigmatiseert men dat nationalisten uitsluiten of haat zaaien. Alhoewel het definiëren van bv. de Vlaamse identiteit moeilijk is, hanteert men de logica van de negatie: wat is de Vlaamse identiteit NIET. Deze negatieve perceptie heeft zo zijn nadelen (ik verwijs naar mijn eerdere blog over het colloquium), het hangt af hoe men erover communiceert.

Het onderscheiden van mensen en de historische onvermijdelijkheid is ook in zwang bij conservatieven. Ieder mens heeft zijn/haar talenten gekregen en het is onvermijdelijk dat ongelijkheid bestaat. De conservatieven leggen zich hierbij neer, ten onvrede van links.

Conservatieven zijn vaak tegen het materialistisch nutsdenken, het marktisme. In een vorig blog besprak ik de paradox van de vrije markt. Conservatieven zien zaken meer dan als een economische transactie. Conservatieve filosoof Roger Scruton plakte er iets spiritueels, iets transcendent op:
Wat bedoel je precies als je over ‘het heilige’ spreekt? 
"Ik geef een eenvoudig voorbeeld: seks. Dat is een domein waarin onze ervaring van het heilige direct is. We worden verliefd, het object van onze liefde is heilig, onaantastbaar. Letterlijk: je raakt het lichaam van de ander niet zomaar aan zonder haar instemming. Raak je de ander aan, dan verandert er voor altijd iets voor mijzelf en voor haar. Het toont hoe het heilige in onze levens ongemerkt aanwezig is. Is het er niet, dan wordt seks ontheiligd. Dat is precies waar onze huidige pornografische cultuur mee bezig is. Het besef en de erkenning dat de ander oneindig waardevol is, is langzaam aan het verdwijnen."
Veel conservatieven missen dit heilige, dit spirituele op, datgene dat zingevend is, dat transcendent boven alles uitsteekt. Net als de romantici kijken zij nostalgisch naar het verleden en proberen dit te recreëren.

Conclusie

Timon Dias heeft dus overschot gelijk wanneer hij stelt dat de Europese identiteit ook gestoeld is op de Romantiek. Waarom wordt dit "detail" vergeten en verwijst men enkel naar het christendom en de Verlichting? Mogelijk is het trauma van de wereldoorlogen verantwoordelijk en de connectie met nationalisme. Misschien is daardoor de Romantiek bewust in de vergetelheid geraakt en beseft men niet hoe diepgaand de Romantiek het dagdagelijks leven beïnvloedt.

Timon Dias vervolgde in het panelgesprek dat de Europese identiteit juist door de invloeden van de drie stromingen zeer moeilijk uit te leggen valt. De Europese identiteit is een kakafonie van contradicties. Men neemt zaken uit elke stroming en construeert dan de eigen identiteit. Deze self-made identiteit staat in contrast met de monolithische blok van de andere identiteiten (meestal gebaseerd op één godsdienst met één interpretatie). Geen tegenstellingen, zeer simpel te volgen. Europa is veel meer individualistischer en veel migranten hebben moeite mee zich hierin te vinden.

Tot slot, als een partij over identiteit wilt debatteren, dan zou die beter hierover een diepgaande discussie houden. Zij kunnen ook zaken uit de verschillende stromingen en hierrond een congruente, zo consistent mogelijke ideologie construeren. Een identiteit is ook een mensbeeld, en de mens in een maatschappijbeeld. Zijn partijen niet bedoeld om maatschappijbeelden voor te stellen en mensen voor warm maken?

Reacties